Dit stuk gaat over iets dat in 2020 gebeurd is of misschien in 2019, maar het is nog steeds interessant. En omdat het mij bezighoudt, moet het er maar uit. Het gaat over het gewaardeerde assembleelid die de muizes op tafel liet danses.
Nu moet u niet denken dat ik dit assembleelid hier ga afbreken. Nee, dat is de bedoeling helemaal niet, eerder het omgekeerde. Het is ook niet mijn bedoeling de indruk te wekken dat het oké is als de wetgevers in het hoogste college van Staat de officiële taal in Suriname niet machtig zijn. Maar het is nu eenmaal vaak zo dat het Nederlands iemands tweede of derde taal is. Daarnaast komt nog, dat een taal verstaan en uitspreken twee verschillende zaken zijn. Zo zijn er mensen die na hun vroege jeugd nooit meer de juiste uitspraak van een taal leren, maar die wel lezen en begrijpen.
Het hindert mij ook dat niemand ooit valt over taalfouten die andere assembleeleden maken. Die fouten horen wij zo vaak dat we het normaal vinden of we weten gewoon niet beter. Het lid van onze Volksvertegenwoordiging die enige tijd geleden de muizes op tafel liet danses, hield een toespraak in de Nationale assemblee over de problemen van leerkrachten in het binnenland, waarbij hij, volgens wat ik mij herinner, grammaticaal goede zinnen vormde, maar verkeerde uitgangen gebruikte bij bepaalde woorden zoals muizes in plaats van muizen en danses in plaats van dansen. Er was uiteraard een filmpje van op sociale media verschenen. Half Suriname viel
over hem heen en lachte hem uit en natuurlijk precies diegenen die de Nederlandse taal wel spreken, maar niet beheersen. En allemaal probeerden de man belachelijk te maken om zijn taalmisser.
Er was iemand die op het filmpje reageerde met de vraag of men wel ‘kaders’ heeft binnen de politieke partij van het geachte assembleelid, waarop er een discussie losbarstte over het wel of niet aanwezig zijn van ‘kaders’ binnen die specifieke partij. Ik vroeg aan de facebook- taalkundigen wat er bedoeld werd met kaders; of ze daar mensen mee bedoelden? Ja, was het antwoord. Ik vertelde hen dat ‘kaders’ geen mensen zijn, maar dat het woord ‘kader’ met betrekking tot mensen in figuurlijke of overdrachtelijke zin wordt gebruikt. Want niemand zegt toch: Daar gaat een kader over straat, terwijl het een mens is.
Het was even redeneren, maar het scheen uiteindelijk tot hen door te dringen. Want een kader is tenslotte gewoon een vierkante of rechthoekige omlijsting of tekening waar van alles en nog wat in past en het woord wordt ook figuurlijk gebruikt. Het zou toch wat zijn, kaders van allerlei materiaal en soort; vierkant en rechthoekig, over straat huppelend. Om een hartaanval van te krijgen!
De Nederlandse taal wordt ook lang niet altijd correct gebruikt op Facebook. Ik denk daarbij aan de FB’er die altijd schrijft: “Ja tocht?”. En om wat medegevoel op te wekken met de taalmisser van onze volksvertegenwoordiger, verwijs ik u naar het woord ‘dinges’ dat wij vaak gebruiken in
plaats van ‘dingen’. Wat zeuren we toch(t)?
– Christa Sluisdom